“Ik zie een grootste stad wiens glorie de sterren zal aanraken”, zei de mythische princess Libuse toen ze met haar profetische ogen over de bossen keek waar nu de stad Praag ligt.


Praag, stad van alchemisten


Alchemisten en Druiden zijn geen vreemden van elkaar. In de Druiden tarot kennen we de Fferyllt, soms geschreven als Pheryllt en ook bekend als de Druiden alchemisten. Zij zijn het die de krachten van vuur en water combineren om harmonie, evenwicht en transformatie te creëren. Het symbool van de Fferyllt is het hexagram, samen met het symbool van de slang en het ei. Fferyllt, komt van het word  “ffer” wat Welsh is voor “dat wat solide (metaal) is”. Je vind het nu nog terug in het Frans “chemin de fer” en het Spaans “ferrocaril” en natuurlijk in het periodiek stelsel der element als Fe. Er is een legende van een stad van Druiden alchemisten in Snowdonia genaamd Emrys of Dinas Affaraon (de stad met de hogere krachten). Volgens Nuinn (Ross Nichols) was er, rond het jaar 800, een grove van Druiden alchemisten in het gebied rond Oxford.

Voor wie zich wat verder verdiepen wil in alchemie en een gevoel wil krijgen hoe alchemie in de praktijk plaatsvond, is een bezoek aan Praag een must.


Occulte en donkere kunsten


De stad Praag, de hoofdstad van de Tsjechische Republiek, was een belangrijk centrum van de occulte en de donkere kunsten in de 16e eeuw. Voor alchemisten was het 16e eeuwse Praag de stad van de Heilige Graal en de plek om contact te maken met de andere wereld. Praag was en is de drempel om tussen werelden te bewegen. De naam van de stad Praag komt van het Tsjechische woord “práh” wat drempel betekent. Een drempel die de grens vormt tussen de zichtbare wereld en de onzichtbare wereld. De Genius Loci, de geest of spirit van een plek, wordt gevoed door de energie de een plek uitstraalt. Er wordt gezegd dat Praag is gebouwd op de plek waar ooit een grote meteoriet insloeg. Praag is de stad van goud, zilver en pitchblende. Praag is de plek waar hemel en aarde elkaar ontmoeten.


Keizer en alchemist


In de 16e eeuw was het keizer Rudolph II (1552-1612) die de scepter zwaaide in Praag. Rudolph II staat bekend als beschermheer van de kunsten en wetenschappen. Hij werd in 1576 keizer van het Heilige Roomse Rijk en werd in 1583 heerser van de stad Praag. Tot zijn dood in 1612 hielp Rudolph II Praag te maken tot een van de toonaangevende centra van wetenschappelijk onderzoek en alchemie in Europa. Voor Rudolph was zijn occulte zoektocht de sleutel om de verborgen krachten van de wereld te begrijpen en te beheersen, zodat hij de wereld kon transformeren naar een wereld van harmonie. Hij ontving er de belangrijkste wetenschappers, filosofen, magiërs en alchemisten van die tijd. Enkele vooraanstaande wetenschappers die onder zijn beschermheerschap in Praag werkten waren de astronomen Tycho Brahe (1546-1601) en Johannes Kepler (1571-1630). Maar ook de magiërs en alchemisten Edward Kelley en John Dee. Een bezoek aan Praag biedt je de mogelijkheid om, letterlijk, in de voetstappen te treden van de alchemisten uit de 16e en 17e eeuw.


Geheim


In de tijd van Rudolph had ook een kerk grote invloed en Rudolphs interesse in het occulte, astrologie en alchemie en vooral zijn zoektocht naar het elixer van het eeuwige leven kon beter in het verborgene bedreven worden. Veel van het alchemistenwerk gebeurde daarom in het geheim.


Hoe geheim, werd ontdekt in 2002 met de vondst van een lang verborgen alchemielaboratorium - het Speculum Alchemiae. De stad Praag werd in 2002 getroffen door een verwoestende overstroming. Tijdens de schoonmaak na de overstroming werd in de Joodse wijk een 16e eeuws ondergronds alchemistenlaboratorium gevonden. Een lab met werkplaatsen, apparatuur en een ondergronds netwerk van tunnels die drie belangrijke locaties in Praag met elkaar verbonden - het oude stadhuis, de kazerne en de Praagse Burcht.


Speculum Alchemiae


Dat lab, het Speculum Alchemiae, kan je bezoeken. Een rondleiding daar geeft je het gevoel even terug in de tijd van de alchemisten te zijn. Aan de buitenkant zag het er in de tijd van Rudolph uit als een apotheek. Achter in de apotheek is een deur die naar een kleine kamer leidt. Op het plafond van de kamer vind je de symbolen van de vier windrichtingen, zodanig gericht dat ze samenkomen in het midden van de kamer. Na de vloed van 2002 is ontdekt dat de grote boekenkast in deze kamer een verborgen deur heeft. Als je een beeldje in de boekenkast draait, opent een slot en een deur met daarachter een stenen trap die leidt naar het alchemistenlaboratorium waar het werkgedeelte precies ligt onder het punt waar de symbolen van de vier windrichtingen in de kamer erboven samenkomen.



Deze ondergrondse werkruimte heeft niet alleen een alchemisten laboratorium, het heeft ook meerdere ondergrondse tunnels waarvan er een leidde naar de burcht van Rudolph II. Het bood Rudolph en de alchemisten de mogelijkheid om elkaar in het geheim te ontmoeten. Alchemisten werkten dikwijls volgens de regels geformuleerd door Albertus Magnus (13e eeuw): “een meester van de alchemistische kunsten moet zwijgzaam zijn en moet zijn geheimen kunnen bewaren. Daarnaast moet hij een werkplaats hebben en een huis dat is verborgen voor de ogen van anderen. Deze werkplaats moet twee of drie extra kamers hebben om te kunnen werken met de alchemistische stoffen”.  


We weten dat Rudolph contact had met de bekende alchemisten Edward Kelley en John Dee. Je kunt Kelley’s huis, waar John Dee ook verbleef, bezoeken in Praag. Het is bekend dat John Dee bevriend was met de beroemde astronoom Tycho Brahe die ook in Praag woonde. Als je de astronomie toren bezoekt in het Klementinum in Praag, heb je niet alleen de mogelijkheid om de wonderschone bibliotheek te zien, je vindt er ook veel informatie over Brahe en die andere  beroemde astronoom Johannes Keppler.


Magische plek


Het huis van Kelley en John Dee is onderdeel van nog een alchemisten museum in Praag dat dichter bij de burcht ligt dan het Speculum Alchemiae. Het museum staat in de wijk “Moran” en verwijst naar de godin Morana en haar heilige grove. De godin Morana is de Slavische godin van winter, dood, oogst, hekserij en nachtmerries. Volgens de mythologie is Morana de dochter van de lente godin Lada en haar man de god Svarog. Ze wordt gezien als de beschermer van de onderwereld en symboliseert het levenseinde van de sterfelijken op aarde. Zoekers naar kennis en het mysterie van materie en het universum voelden zich blijkbaar altijd al aangetrokken tot deze plek. Het museum is absoluut een bezoek waard. Doe dan ook de rondleiding.


In het huis van Kelley is een trap naar de alchemistische werkruimtes. Deze trap is de originele, 500 jaar oude, trap waar ook Kelley en John Dee vele malen gelopen hebben.


Een ander deel van het museum is het huis van de legendarische dr. Faust (Johann Georg Faust ca. 1480 or 1466 – c. 1541). De Duitse alchemist, astroloog en magiër. Faust werd, na zijn dood, het onderwerp van legendes zoals onder andere beschreven in Goethe’s Faust. Van deze drie alchemisten is John Dee zondermeer de meest interessante.



John Dee, alchemist en wetenschapper


John Dee (13 juli 1527 - 1608 of 1609) was een Engels wiskundige, astronoom, astroloog, leraar, occultist en alchemist. Dee werd geboren in Londen. Zijn achternaam "Dee" is van het Welsh du (zwart). Dee had toentertijd een van de grootste bibliotheken van Engeland.


Toen koningin Elizabeth I in 1558 de troon besteeg, werd Dee haar astrologische en wetenschappelijke adviseur. Met behulp van astrologie koos hij haar kroningsdatum. In 1564 schreef Dee het hermetische werk Monas Hieroglyphica, een uitputtende kabbalistische interpretatie van een pictogram van zijn eigen ontwerp, bedoeld om de mystieke eenheid van de hele schepping uit te drukken. Dee verliet uiteindelijk Elizabeths dienst en ging verder op onderzoek in de diepere rijken van het occulte en bovennatuurlijke.


Hiernaast zie je Dee's pictogram, waarvan hij de betekenis uitlegde in zijn boek Monas Hieroglyphica. Hij schreef de Monas Hieroglyphica in een 12 dagen lange explosie van inzicht. Ondanks dat het voor ingewijden geschreven is, werd dat boek in de Renaissance het equivalent van een best-seller. Zelfs nu wordt het in diverse vertalingen uitgegeven. De scan van de originele versie vind je hier en een Engelse vertaling hier.


Een herwaardering van Dee's karakter en betekenis kwam in de 20e eeuw, grotendeels door het werk van de historici Charlotte Fell Smith en Frances Yates. Fell Smith schrijft: "There is perhaps no learned author in history who has been so persistently misjudged, nay, even slandered, by his posterity, and not a voice in all the three centuries uplifted even to claim for him a fair hearing. Surely it is time that the cause of all this universal condemnation should be examined in the light of reason and science; and perhaps it will be found to exist mainly in the fact that he was too far advanced in speculative thought for his own age to understand." Door deze en daaropvolgende her-evaluatie wordt Dee nu gezien als een serieuze geleerde, een bekwaam wetenschapper en een van de meest geleerde mannen van zijn tijd.


Alchemisten brouwsel


Op de binnenplaats van het museum is het terrasje van Kellyxír. Kellyxír is een alchemistische bar. In de mystieke ambiance kan je met een glas wijn, bier of een speciaal alchemistisch drankje nog eens stilstaan bij wat de Druiden alchemisten, de Fferyllt, je te vertellen hebben.